Prinsjesdag 2025: Wat verandert er in 2026 voor werkgevers in de sport?
Op dinsdag 16 september was het Prinsjesdag. Naast de Troonrede presenteerde demissionair minister Heinen van Financiën de Miljoenennota en de Rijksbegroting voor 2026. Daarin zijn meerdere maatregelen opgenomen die directe gevolgen hebben voor werkgevers in de sportsector. Het gaat om aanpassingen in loonkosten, sociale premies en arbeidsrelaties die van invloed zullen zijn op het HR-beleid van sportorganisaties.
Afschaffing loonkostenvoordeel oudere werknemers
Vanaf 1 januari 2026 vervalt het loonkostenvoordeel (LKV) voor werknemers van 56 jaar en ouder. Werkgevers die na 2024 nieuwe dienstverbanden zijn aangegaan, kunnen hier geen gebruik meer van maken. Voor sportorganisaties betekent dit dat de financiële prikkel om oudere, ervaren werknemers aan te nemen of langer te behouden wegvalt. Dit maakt het in sommige gevallen lastiger om vacatures met deze doelgroep in te vullen, terwijl hun kennis en ervaring vaak juist waardevol zijn.
Stijging van sociale premies
Daarnaast stijgen de sociale premies. De premie voor de Werkhervattingskas (WHK) gaat omhoog, onder meer door hogere lasten in de Ziektewet en WGA. Ook het Aof (Arbeidsongeschiktheidsfonds) wordt aangepast. Voor werkgevers in de sport betekent dit dat de loonkosten structureel toenemen. Vooral kleinere organisaties, die werken met beperkte budgetten en contributies, zullen dit merken. Het benadrukt het belang van actief beleid rondom verzuimpreventie en duurzame inzetbaarheid.
Verlaging werkgeversheffing Zorgverzekeringswet
Tegelijkertijd is er ook een bescheiden meevaller: de werkgeversheffing voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) daalt van 6,51% naar 6,10%. Voor sportorganisaties levert dit een lichte kostenverlaging op. Toch zal dit voordeel in de meeste gevallen worden overstemd door de stijging van andere premies, waardoor de totale loonkosten per saldo omhoog gaan.
Hogere arbeidskorting en wijzigingen in de inkomstenbelasting
Werknemers profiteren in 2026 van een verhoging van de arbeidskorting naar € 5.712 en van aanpassingen in de belastingschijven. Dit betekent dat zij netto meer overhouden. Voor sportwerkgevers verandert er hierdoor weinig aan de lasten, maar het kan wel bijdragen aan het behoud van medewerkers in een sector die te maken heeft met arbeidsmarktkrapte. Hogere koopkracht kan de aantrekkelijkheid van een baan in de sport vergroten.
Wat betekent dit voor de sportsector?
Het totaalplaatje voor 2026 laat zien dat werkgevers in de sport te maken krijgen met hogere lasten en strengere regels, terwijl de financiële meevallers relatief beperkt zijn. Tegelijkertijd biedt de verhoging van de arbeidskorting werknemers een betere positie, wat kan helpen bij het aantrekken en behouden van personeel.
Heb je vragen of wil je sparren over de gevolgen voor jouw organisatie? Neem contact met ons op via info@sportwerkgever.nl.
