Spring naar content

Ziekteverzuimregels

Terug

Bij ziekteverzuim wordt de werkgever in principe geacht het loon van de werknemer door te betalen. In sommige gevallen bestaat er recht op een uitkering op grond van de Ziektewet. In dat geval betaalt UWV loon door in de vorm van ziekengeld.

Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat werknemers die ziek zijn, tenminste zeventig procent van hun loon doorbetaald moeten krijgen. Werkgevers zijn verplicht om maximaal twee jaar het loon door te betalen. Hiervoor gelden de volgende voorschriften:

  • het eerste jaar – werkgevers betalen minimaal zeventig procent van het loon door. Het loon mag niet onder het minimumloon uitkomen;
  • het tweede jaar – werkgevers betalen minimaal zeventig procent van het loon door. Het loon mag wel onder het minimumloon uitkomen.

Na twee jaar stopt in principe de verplichting tot doorbetaling. Doorgaans volgt er dan voor de zieke werknemer een WIA-beoordeling. Als een werkgever te weinig heeft gedaan aan de re-integratie kan hij verplicht worden om het loon nog maximaal een jaar door te betalen.

CAO Sport
Binnen de CAO Sport zijn afwijkende afspraken gemaakt betreffende uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Artikel 22 van de CAO Sport geeft een regeling voor de eerste twee ziektejaren van de werknemer. Het eerste ziektejaar zal de werkgever honderd procent van het salaris aan de zieke werknemer doorbetalen. Het tweede jaar zal de werkgever zeventig procent van het salaris aan de zieke werknemer doorbetalen. De werknemer ontvangt een een aanvulling tot negentig procent van het salaris indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • de werknemer voldoet aan zijn re-integratie inspanningen waaronder eventueel het verrichten van therapeutische basis
  • de werknemer heeft een aanvullend pakket op zijn eigen ziektekostenverzekering (conform artikel 22 van de CAO Sport)

De achterliggende gedachte van de bovengenoemde voorwaarde van het aanvullend pakket op de eigen basisziektekostenverzekering is de werknemer te beroepen op zijn eigen regie en verantwoordelijkheid met betrekking tot zijn eigen vitaliteit en inzetbaarheid. Uiteindelijk moeten werkgever en werknemer samen proberen de werknemer zo snel mogelijk weer aan de slag te krijgen.

Een werknemer die in het tweede jaar volgens de arboarts geen vooruitzicht heeft op herstel ontvangt 100 procent van het salaris. De achterliggende gedachte van de cao-partijen is dat het inkomen van de werknemer ook in het tweede jaar niet omlaag dient te gaan als een werknemer echt niet kan werken, tijdelijk of definitief. Als de werknemer echter niet of niet volledig wil meewerken, en zich derhalve niet positief opstelt, kan van de werkgever niet verwacht worden dat hij aanvult.

WIA

Na twee ziektejaren kan de werknemer een WIA-uitkering aanvragen. In de WIA worden werkgever en werknemer door middel van financiële prikkels gestimuleerd er alles aan te doen om gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan het werk te helpen of te houden.

Stappenplan

Bij een zieke werknemer dient (in het kort) het volgende stappenplan te worden gevolgd voor de eerste dertien weken: De werkgever dient de ziekte van de werknemer zo spoedig mogelijk aan de arboarts te melden. De arboarts stelt na zes weken ziekte een probleemanalyse op. Dit is een advies over de mogelijkheden om te re-integreren. Zijn er mogelijkheden voor re-integratie van de werknemer, dan maakt de werkgever samen met de werknemer uiterlijk in de achtste week een plan van aanpak. De werkgever wijst daarbij samen met de werknemer een casemanager aan die op de uitvoering van het plan let. De casemanager houdt contact met de werkgever, werknemer en de arboarts. Na dertien weken geeft de werkgever de ziekte van de werknemer door aan UWV.

Ziektewet
Soms heeft een werknemer recht op een uitkering via de Ziektewet. Dit geldt voor:

  • werknemers die ziek én zwanger zijn of die ziek zijn geworden als gevolg van zwangerschap of bevalling;
  • werknemers die een orgaan doneren;
  • werknemers met een structurele functionele beperking wegens ziekte of gebrek (no riskpolis);
  • werknemers ouder dan 55 jaar die ziek worden en die direct voordat zij in dienst kwamen ten minste 52 weken een WW-uitkering hebben ontvangen;
  • werknemers van wie het dienstverband afloopt tijdens de ziekte. Vanaf het moment dat het dienstverband is afgelopen kunnen zij een Ziektewet-uitkering krijgen;
  • uitzendkrachten, afhankelijk van de arbeidsovereenkomst;
  • sommige oproepkrachten, afhankelijk van de arbeidsovereenkomst .

Ziekmelding
De situatie van de zieke werknemer bepaalt wanneer en bij wie de werknemer moet worden ziek gemeld:

  • bij loondoorbetaling – de werkgever moet de zieke werknemer uiterlijk de vierde ziektedag ziek melden bij de arbodienst of bedrijfsarts. Pas als de werknemer na 42 weken nog steeds ziek is, moet door de werkgever een melding worden gedaan bij UWV.

Overige bepalingen
Voor de werkgever gelden verder de volgende bepalingen bij ziekmelding:

  • de werkgever moet de regels voor ziekmelding bekendmaken bij de medewerkers;
  • de werkgever mag aan de werknemer vragen wanneer deze weer denkt te kunnen werken.

Voor de werknemer gelden de volgende richtlijnen bij ziekmelding:

  • de werknemer moet de verzuimregels (verzuimprotocol) van de werkgever opvolgen. Zo moet de werknemer zich bijvoorbeeld tijdig ziek melden;
  • de werknemer is niet verplicht iets te vertellen over de oorzaak van de ziekte;
  • de werknemer mag spontaan uitleg geven over de oorzaak van de ziekte, maar de werkgever mag daar niet naar vragen.

Re-integratie
Zodra de werknemer mogelijkheden heeft om te werken en het genezingsproces hierdoor niet negatief beïnvloed wordt, dan moeten zowel werkgever als werknemer een traject starten dat ervoor zorgt dat de werknemer weer werkt, desnoods in een andere functie of bij een andere werkgever. Meer hierover staat in het onderdeel re-integratie.

Verzuim verminderen
Zowel werkgevers als werknemers moeten bijdragen aan het voorkomen van verzuim. Werkgevers kunnen het verzuim en de kans op arbeidsgebonden gezondheidsklachten verminderen door:

  • een gedegen arbo- en verzuimbeleid te organiseren en handhaven;
  • zich aan de wettelijke veiligheidsnormen te houden;
  • structureel aandacht te besteden aan de persoonlijke werkomstandigheden van de werknemers;
  • ondersteuning te vragen aan de arbodienstverlener;
  • contact te houden met zieke werknemers.

Meer informatie

Wil je meer informatie over verzuimzaken? Neem dan contact op met de WOS via info@sportwerkgever.nl 

Bron: Campagne ikkan SZW