Spring naar content

Ontslag met wederzijds goedvinden

Terug

Een werkgever heeft de mogelijkheid een werknemer een voorstel te doen om te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, zonder tussenkomst van UWV of de kantonrechter.

De afspraken worden vastgelegd in een zogenaamde vaststellingsovereenkomst. De werknemer behoudt (voor zover mogelijk) zijn aanspraken op een eventuele WW-uitkering. Partijen treden met elkaar in overleg en trachten overeenstemming te bereiken over een beëindigingsregeling. De werknemer is niet verplicht het voorstel te accepteren, maar zal dit veelal wel doen in het geval van een win-winsituatie, hetgeen in het algemeen betekent dat de hoogte van de aangeboden vergoeding voor een werknemer interessant genoeg moet zijn.

Zonder een dergelijk aanbod zal deze optie veelal niet slagen, tenzij de reden van het ontslag dusdanig aan de werknemer te wijten is dat hij wel akkoord gaat met een beëindiging zonder vergoeding. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding wordt veelal gekeken naar de wettelijke vergoeding wanneer het zou komen tot een procedure bij het UWV of de kantonrechter. De berekening van de transitievergoeding wordt nader beschreven op de pagina ontslag via procedure kantonrechter. Verder dient vooral ook rekening te worden gehouden met de fictieve opzegtermijn.

Fictieve opzegtermijn
De fictieve opzegtermijn houdt in dat het recht op een WW-uitkering pas in werking treedt op het moment dat de door de partijen overeengekomen of wettelijke opzegtermijn, geheel is doorlopen. De fictieve opzegtermijn begint te lopen aan het einde van de maand waarin de vaststellingsovereenkomst voor akkoord is getekend met een minimum van één maand. Wanneer de vaststellingsovereenkomst door een werknemer wordt ondertekend in de maand februari 2015 en de opzegtermijn voor de werkgever bedraagt twee maanden, dan betekent dit dat de werknemer pas met ingang van 1 mei 2015 zijn recht kan doen gelden op een WW-uitkering.

Bedenktijd
Per 1 juli 2015 heeft de werknemer na de ondertekening van de overeenkomst 14 dagen de tijd om terug te komen op zijn besluit. In de overeenkomst moet de bedenktermijn vermeld worden of anders binnen twee werkdagen na het sluiten van de overeenkomst aan de werknemer worden medegedeeld. Het is raadzaam de werknemer te adviseren vóór ondertekening juridisch advies in te winnen.