Spring naar content

Sportbonden, hebben jouw clubs hun contracten met spelers op orde?

Terug

Is er ondanks een “spelersovereenkomst” toch sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de handbalclub en de speler? Deze vraag heeft de kantonrechter in Roermond onlangs bevestigend beantwoord en de club is veroordeeld tot het betalen van circa € 50.000,- aan de speler. Dat vraagt om een goede voorlichting over de contracten die de bij jou aangesloten verenigingen hebben met hun spelers.

Zorg voor goede voorlichting richting je leden
Deze uitspraak bevestigt dat in de wereld van sport de kwalificatie van de contractvorm nog regelmatig misgaat. Het is niet van belang hoe je het contract noemt. Wat telt is wat de (juridische) relatie is tussen de club en de speler. Hoe hebben jouw leden dit geregeld? Zijn zij vanuit de bond voldoende voorgelicht hierin? En is dat een rol van de bond? Een juiste kwalificatie van de samenwerking met de sporter is in ieder geval van essentieel belang. Hiermee zijn de gevolgen voor beide partijen duidelijk en kunnen geschillen – zoals bij deze handbalclub – voorkomen worden. Hieronder lees je waar je bij de kwalificatie in ieder geval rekening mee moet houden.

Onjuiste kwalificatie van het contract van de handbalspeler
Het ging hier om een topclub in het handbal die een ‘’spelersovereenkomst’’ had met een speler van het eerste team. Na jarenlang te hebben gespeeld voor de club, raakte de speler geblesseerd, werd het spelerscontract door de club niet verlengd en kreeg de speler niet langer uitbetaald. De speler stelde zich vervolgens op het standpunt dat sprake was van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd en dat bij beëindiging hiervan transitievergoeding betaald moest worden.

Volgens de club was er geen sprake van een arbeidsovereenkomst maar van een ‘’spelersovereenkomst’’. Transitievergoeding hoefde aldus de club dan ook niet betaald te worden. 

Daar was de kantonrechter het niet mee eens. Hij past het toetsingskader van het recente Deliveroo-arrest toe en komt tot de conclusie dat er wel degelijk sprake was van een arbeidsovereenkomst. Het volgende was daarbij van belang:

  • Allereerst stelde de rechter vast dat sprake was van arbeid. De speler moest namelijk wedstrijden spelen en trainingen volgen. Dit was niet vrijblijvend. Het feit dat dit ook in de amateursport gebeurt is volgens de kantonrechter niet relevant.
  • Het is ook niet relevant dat de club geen winstoogmerk heeft. Volgens de kantonrechter hoeft het werk van de speler geen economische waarde te vertegenwoordigen. 
  • Net zoals een werkgever had de club in belangrijke mate de leiding over de manier waarop de speler zijn activiteiten uitvoerde. 
  • De activiteiten van de speler waren een wezenlijk onderdeel van de club en hadden een duurzaam karakter.
  • De speler kon zich niet door een andere speler laten vervangen.
  • Behalve over de vergoeding, heeft er geen onderhandeling plaatsgevonden over de spelersovereenkomst. De vergoeding van € 1.850,- netto per maand (en een auto) voor ongeveer 20 uur per week was volgens de kantonrechter geen onkostenvergoeding maar loon in de zin van de wet.
  • De speler heeft zich niet gedragen als ondernemer en liep geen commercieel risico.
  • Dat de speler geen vakantiegeld en vakantiedagen ontving, maakt de kwalificatie niet anders.

Nu er volgens de kantonrechter sprake was van een arbeidsovereenkomst en er al meer dan drie tijdelijke contracten waren geweest, had de speler inmiddels een vast dienstverband en is de club veroordeeld tot het betalen van circa € 50.000,- (waaronder achterstallig loon, transitievergoeding en billijke vergoeding). 

We denken graag met je mee
Wil je hierover meer lezen? Kijk dan ook bij het artikel van Babs Dubois en Zabih Etemad van Loyr Advocaten waar de WOS regelmatig mee samenwerkt in dergelijke kwesties. 

Heb je vragen over dit onderwerp, neem dan contact op met Eva, onze juridische beleidsadviseur, via e.vandenberg@sportwerkgever.nl. We denken graag met je mee.