Spring naar content

Pesten

Terug

Meer dan een half miljoen mensen zeggen wel eens gepest te worden op het werk, waarvan 100.000 zelfs op structurele basis. Het gaat dan om minimaal een keer per week, gedurende zeker een halfjaar.

Pesten kan in verschillende vormen plaatsvinden en vaak gaat het zelf om een combinatie van deze vormen:

  • grapjes maken ten koste van een ander;
  • vervelende opmerkingen maken;
  • beledigen of schelden;
  • openlijk terechtwijzen;
  • negeren of sociaal isoleren;
  • gebaren maken;
  • roddelen;
  • kritiek uiten op iemands persoonlijke leven;
  • beschadigen van eigendommen;

Pesten is iets anders dan een eenmalig incident of een conflict, hoewel een conflict met een collega of leidinggevende wel aanleiding kan zijn tot pestgedrag. Meningsverschillen, beroepsgeschillen of machtsstrijd, die niet worden beslecht, werken het proces van pesten in de hand.

Psychische en lichamelijke klachten
Pesten tast de waardigheid van het slachtoffer aan. De gepeste medewerker komt in een sociaal isolement terecht en verliest zijn zelfvertrouwen. Mensen die gepest worden, kunnen zelfs lichamelijke klachten krijgen. Het kan leiden tot irritatie, hart- en vaatziekten, maag- en darmklachten, hartkloppingen en slaapstoornissen. Wordt iemand over een langere periode gepest, dan kan dat zelfs leiden tot het posttraumatische stresssyndroom. Symptomen hiervan zijn nachtmerries, geheugenverlies, concentratieverlies en vermijdingsgedrag. In het meest extreme geval kan pesten leiden tot zelfdoding. Naar schatting is één op de tien zelfmoorden het gevolg van pesten.

Ziekteverzuim
Werknemers die gepest worden, gaan met minder plezier naar hun werk en presteren hierdoor minder. Ook is er een grotere kans op ongelukken op de werkvloer. Mensen die gepest worden, melden zich vaker ziek en verzuimen drie keer meer dan hun collega’s. In totaal leidt pestgedrag naar schatting tot ruim vier miljoen extra verzuimdagen per jaar. In sommige gevallen leidt het tot arbeidsongeschiktheid. Hier ligt een rol voor de bedrijfsarts, die moet vaststellen dat de arbeidsongeschiktheid geen medische oorzaak heeft en dat er dus geen sprake is van een objectiveerbare ziekte en/of medisch gebrek. Het verzuim maakt de inzet van andere deskundigen dan artsen noodzakelijk om het pesten en de gevolgen op te heffen. Niet alleen het slachtoffer maar ook werknemers die getuige zijn van pestgedrag kunnen er last van hebben. Het blijkt dat ook zij psychosomatische klachten ontwikkelen en zich vaker ziek melden. Vermoedelijk doordat de werksfeer letterlijk verpest is. Het personeelsverloop in een organisatie waar gepest wordt, ligt dan ook een stuk hoger.

Wetgeving over pesten
Pesten valt volgens de Arbowet onder ‘psychosociale arbeidsbelasting’. Werkgevers zijn op grond van deze wet verplicht om een beleid te voeren dat erop gericht is om deze vorm van arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Het Arbobesluit werkt deze verplichting verder uit en verplicht werkgevers om de risico’s in kaart te brengen in een Risico Inventarisatie en Evaluatie. Daarnaast moeten in het Plan van Aanpak maatregelen worden opgenomen ter voorkoming van pesten. Het personeel moet vervolgens worden voorgelicht over de risico’s en de maatregelen die de organisatie heeft getroffen. De werkgever dient al deze acties aantoonbaar uit te voeren.

Ook het Burgerlijk Wetboek beschermt de werknemer impliciet tegen pestgedrag. Zo heeft de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving. Daarbij heeft hij de verplichting zich als goed werkgever te gedragen. Als een werknemer gepest wordt op grond van zijn godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat, dan wordt hij ook beschermd door de Wet gelijke behandeling. Werknemers kunnen in dit geval ook een klacht indienen bij de Commissie Gelijke Behandeling.

Maatregelen tegen pesten
Werkgevers kunnen de volgende maatregelen treffen om pesten op het werk zo veel mogelijk tegen te gaan:

  • laat werknemers duidelijk weten dat pestgedrag niet geaccepteerd wordt. Stel een beleid op (in samenwerking met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging) waarin ook duidelijk sancties (schorsing, officiële waarschuwing) staan op overtreding. Het is bewezen dat een zerotolerancebeleid preventief werkt;
  • geef werknemers het gevoel dat ze met hun leidinggevende kunnen praten als ze ergens mee zitten;
  • stel ook een vertrouwenspersoon aan. Informeer de werknemers over deze vertrouwenspersoon;
  • stel een klachtencommissie in. Daar kunnen werknemers terecht met hun klachten over pestgedrag. Via een klachtencommissie kan pestgedrag in een vroeg stadium worden gesignaleerd;
  • noteer de pestklachten in de organisatie in een rapport. Dit rapport kan gebruikt worden bij het vormgeven van het organisatiebeleid;
  • geef als werkgever zelf het goede voorbeeld;
  • het is raadzaam om pestgedrag in de kiem te smoren. Hoe langer het plaatsvindt, hoe moeilijker het is om nog in te grijpen.

Werknemers die gepest worden, kunnen zelf de volgende stappen zetten:

  • maak duidelijk dat het pestgedrag niet wordt geaccepteerd;
  • onderzoek of er meer collega’s zijn die het slachtoffer zijn van pestgedrag door dezelfde persoon. Samen staat men sterker;
  • meld pestgedrag altijd. Bijvoorbeeld aan de leidinggevende, een vertrouwenspersoon, een lid van de ondernemingsraad, de vakbond, de bedrijfsarts of de klachtencommissie;
  • in het uiterste geval kan een werknemer besluiten om naar een andere baan te zoeken. Houd er wel rekening mee dat werknemers die vrijwillig ontslag nemen, geen recht hebben op een WW-uitkering.

Werknemers die zien dat een collega gepest wordt, kunnen ook een hoop doen:

  • steun het slachtoffer en spreek de dader aan op zijn gedrag;
  • beloon de dader niet voor zijn gedrag en lach niet met hem mee;
  • benadruk de positieve kanten van het slachtoffer;
  • zoek medestanders onder de collega’s;
  • hoe meer mensen het pesten afkeuren, hoe groter de kans dat het stopt. De dader beleeft dan immers weinig lol meer aan zijn gedrag.

Bron: Campagne ikkan van SZW